Privacybeleid Cookiebeleid Algemene voorwaarden

Taal wisselen

Selecteer de taal

Gezongen door Marie Sophie Wegge in 1980

 

K’ging overlest op jacht

Al mee een goe gedacht

En mee een goed fatsoen

Ging ik eens wandelen in het groen

Ik keek al in het rond

Maar zie wat ik er vond

Enen liefelijken zang dat in mijn oren klonk

Van ene schone herderinne

Zij lag in de weide

Op hare zijde

Met hare schaapjes verheugd van zinnen

Zij zong het liedje al van bemin

Waarop ik stil bleef staan

Ik hoor dit liedje aan

Toen de liefde mij overwon al van die schone maagdenbloem

K’verborg mij in het riet

Ik dacht zij ziet mij niet

Maar toen ik hard verdrong ja dat groot verdriet

Begaf ik mij langs stille wegen

K’mis je verschrikkelijk zij scheen verlegen

Ik sprak haar aan toen de liefde mij overwon

Ik ben de zoon van enen baron

En lange lieve meid

Als gij zo triestig zijt

Hebde gij dan genen vriend

Die u oprecht bemint

Als hij u gaarne ziet

Maar hij laat er u in het verdriet

Van ene herderinne dat gelove k’ik niet

Luistert naar mij met hart en zinnen

K’zal u beminnen schoon herderinne

Gij zal in mij veel vreugde vinden

Dan met uw schaapjes al in de wei

Jongman als ik verkeer

Is niet meteen een heer

Want zo ene boerin als ik

die steekt er veel zorgen in

Als ik gaan naar het bal

Met koeikes in de stal

Bemin ik enen boerenzoon en dien ik trouwen zal

Ik blijf veel liever herderinne

Den boerenstiele wil ik beminnen

Want zo een heer zijn matras is veel te zacht

Op nen zak met kaf benne k’ik groot gebracht

K’zie groentjes voor het lest

K’zie jong en doet uw best

Stoort nooit geen herderin

Die is al in de wei

En als de liefde kwelt

In bossen of in veld

K’Dacht noeit nie na te denken op het jagersspel

Want zo’n jacht dat zou verdrieten

Tussen de schaapjes een haasje schieten

Het is verdrietig zo ene reis gedaan

En zonder wild naar huis moeten gaan