Voorgedragen door Marie Sophie Wegge in 1980
Wat een gewoel in dienen poel
En wat een aardig gekras in dienen plas
Die puiten die guiten die waterschavuiten
Ze toeten en tuiten ze kirren en fluiten
Ze spannen hun kaken en roepen en kwaken
Alsof ’t festival in ’t modderpoel was
Kwik kwik kwak kwak kwak en zo gaat het maar voort
Kwak kwak kwik kwik kwik dat is al wat men hoort
Den enen in ’t grof den anderen in ’t fijn
Z’ herhalen gedurig dat puitenrefrein
Maar zie, wat is dat
Hey een reiger in ’t nat
Hij heeft al een puit bij de benen gevat
En de anderen zo rap en gezwind als de wind
Zijn onder en weg waar ze niemand hun vind
Gedaan is ’t gewoel in dienen leutigen poel
’t is uit met ’t gekwaak en gekras
Omdat ’t festival van de heren des vis
Tot ’s anderendaags ‘s avonds nu uitgesteld is